Er was iets gebeurd met een van mijn boeken: Robert Ramaker had ‘Een gang met gele deuren’ gelezen. Het boek, over meiden in een jeugdgevangenis verscheen veertien jaar geleden. Hetis nog steeds te koop als Print On Demand (POD). Het is ook uitgebracht als lijsterdoor uitgeverij Noordhoff en het kan natuurlijk geleend worden in Openbare Bibliotheken.
Robert is leider van SPOT muziektheater in Groningen, een jeugdtheatergroep. Het boek raakte hem en hij zocht contact met mij met de vraag of hij het mocht gebruiken als basis voor een musical. Kijk, dat vind ik nou mooi. Als schrijver creëer je iets, en veertien jaar later geeft iemand een schop tegen de bal waardoor hij weer gaat rollen. De ene creatie als start voor een volgende.
Groningen is een eind weg – behalve als je er woont – maar ik nam zijn uitnodiging om de première bij te wonen aan. Daar had ik wel een treinreis van ruim twee uur heen en twee uur terug voor over. En het was de moeite dubbel en dwars waard.
Het VRIJDAGtheater is maar klein maar het mooie is dat je er als publiek vlakbij zit en dat je de spelers/speelsters in de ogen kunt kijken. Het plezier spatte eraf, maar ook de emotie van een eenzaam kind lag voor het grijpen.
Het is natuurlijk afwachten wat er van je boekverhaal overblijft. Ik had me nergens mee bemoeid en was er volledig blanco heengegaan. En niet dat ik me zorgen maakte, ik was alleen maar heel erg benieuwd. Nou, die zorgen hóefde ik me ook helemaal niet te maken. Robert had de belangrijke dingen uit het boek feilloos opgepikt, dus mijn verhaal bleef intact. Waaruit je trouwens kunt opmaken dat hij niet alleen een goede theatermaker is maar ook een goede lezer. 🙂
Ik moest direct na de voorstelling naar huis omdat ik een generale repetitie had van de Domcantorij, dus ik had nauwelijks tijd om na te praten. En ja, ik was natuurlijk niet meer dan de schrijver van het boek, iemand op de achtergrond. Ik liet de euforie aan de theatermensen daar over.
Die avond speelden zede voorstelling nog een keer, ongetwijfeld met evenveel overgave als ’s middags.
Maar toen was ik alweer in Utrecht, in de Domkerk.
Ook wel fijn